Tonercartridge controleren op beschadigingen
1.
Verwijder de tonercartridge uit het apparaat
en controleer of de verzegeling is verwijderd.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
111
2.
Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
3.
Controleer het oppervlak van de
afbeeldingsdrum aan de onderkant van de
tonercartridge.
VOORZICHTIG:
raak de rol
(afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de
cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de
afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met
de afdrukkwaliteit.
4.
Vervang de tonercartridge als zich krassen,
vingerafdrukken of andere beschadigingen op
de afbeeldingsdrum bevinden.
5.
Als de afbeeldingsdrum niet is beschadigd,
schudt u de tonercartridge een paar keer licht
en installeert u deze vervolgens opnieuw. Druk
enkele pagina's af om te zien of het probleem
is opgelost.